
In mei dit jaar schreef Jan zijn eerste stuk voor Brielle Schrijft Geschiedenis. Nu, een half jaar later, zitten we opnieuw in een gedeeltelijke lockdown. Hét moment voor Jan om een tweede deel te schrijven.
Mijn leven in Brielle in coronatijd – Deel 1 vind je hier
6 maanden later…
Het ‘extra feestje’ (waarmee ik mijn vorige verhaal ben geëindigd) heb ik, weliswaar op bescheiden schaal, een aantal keren mogen vieren. Uiteraard in klein gezelschap, maar wel in diverse horecagelegenheden. Ook Sportcentrum Van Unen mocht weer opstarten, zodat ik mijn in januari opgestelde doelen verder kon naleven. En toen ook BREStheater de deur weer mocht openen, kon ik mijn geluk niet op. ‘Geluk in corona-tijd’…….., kan dat? Jazeker. Dat ga ik proberen uit te leggen.
De afgelopen zes maanden heb ik beleefd als een periode, waarin ik nog steeds bewust mijn ‘leefruimte’ klein heb gehouden. Spontaan handelen is nog steeds vervangen door min of meer weloverwogen handelen. Per slot van rekening ben ik de zestig al geruime tijd gepasseerd. Toch heb ik niet het gevoel gekregen dat ik enorm belemmerd word in mijn bewegingen. Angst om besmet te raken met het Covid-19 virus voel ik nog steeds niet. Ik ben en blijf alert. Kwestie van nuchterheid en gezond verstand gebruiken. En als het gebeurt……., c’est la vie.
Ik ben niet iemand die zich bewust gaat afzetten tegen de gestelde maatregelen. Dat past niet in mijn straatje. En baat het niet, het schaadt ook niet. Alle beetjes helpen, hoop ik dan maar. Zo sta ik er in. En een groot deel van de Brielenaren met mij, naar ik zoal ervaren heb als ik in contact kwam met anderen.
Het sprankje licht aan het eind van de tunnel, dat aan het begin van de zomer van 2020 opdoemde, is helaas op dit moment (oktober 2020) weer verdwenen. Een onzeker vervolg van het najaar en een komende winter liggen in het verschiet. Maar als Brielse inwoner put ik wel hoop.
Ik heb ook in Brielle de verwijdering in de samenleving ervaren, die in heel het land merkbaar is ten aanzien van het menselijk gedrag in relatie tot de gestelde coronamaatregelen. Ik begrijp heel goed dat het geen pretje is, als je je belemmerd voelt binnen de eigen leefwereld. Maar mij te veel laten leiden door emoties heb ik tot op heden gelukkig weten te voorkomen.
De afgelopen zomer heeft Boris Johnson de grenzen van het Verenigd Koninkrijk even open gezet, zodat het voor mij en mijn vrouw mogelijk werd om onze zoon en zijn vrouw, die in dat land wonen, fysiek weer te ontmoeten. Wat mij daar opviel, was o.a. de acceptatie van de inwoners ten aanzien van het dragen van een mondkapje in de openbare ruimten, zoals supermarkten. Iedereen droeg daar binnen een mondkapje vanuit een zeker solidariteitsgevoel. Zo ook in Frankrijk, waar wij gedurende twee weken in augustus zijn geweest. Terug in Nederland werd ik helaas weer met de neus op de feiten gedrukt. Toen het dringende advies werd gegeven om ook in de supermarkten een mondkapje te dragen, zag ik dat gemiddeld meer mensen dan voorheen daaraan gevolg gaven, maar bij lange na nog niet iedereen. Het kostte mij geen enkele moeite om mij te conformeren, want ik had in het buitenland daar ook al gevolg aan gegeven.
Meestal doe ik mijn boodschappen bij de ondergrondse supermarkt die, dat mag gezegd, consequent vanaf het begin een medewerker heeft staan om de winkelwagentjes ‘schoon’ te maken. Ook worden klanten bij de ingang (middels een plakkaat) verzocht een mondkapje te dragen. Toen ik met mijn winkelwagentje een pad in kwam, stond er halverwege een echtpaar dat met een andere man (allen zonder mondkapje) uitvoerig en geanimeerd in gesprek was. Het echtpaar aan de ene kant van het pad en de andere man aan de andere kant. De ruimte tussen hen was ongeveer 1,572m, dus ik bleef wachten. Toen een van de mannen zei dat ik er wel langs kon, gaf ik aan dat ik dat liever niet deed. Vervolgens gaf ik aan het vreemd te vinden dat mensen in deze tijd op deze plaats een sociaal gesprek aangingen, waardoor ik niet op anderhalve meter kon passeren. En dat ik vond dat zulke gesprekken beter buiten gevoerd konden worden. De reactie van die man was dusdanig, dat zijn vrouw zich direct geroepen voelde hem te kalmeren en hem duidelijk te maken dat ‘die man (ik dus) alleen maar zijn mening gaf’. Een rustig gesprek was helaas niet mogelijk, zodat mij niets anders restte dan hoofdschuddend verder te gaan. Een voorbeeld van gebrek aan solidariteit en polarisatie binnen anderhalve meter. Helaas staat dit voorval niet op zichzelf.
Waarom kon ik mijn geluk dan niet op en waar put ik dan hoop uit? Drie voorbeelden.
Toen ik weer bij Sportcentrum Van Unen naar binnen mocht, werd mij duidelijk dat het team aldaar tijdens de lock-down niet stil had gezeten. Alles was gedaan om de nodige ruimte te creëren, zodat een ieder op veilige afstand weer kon sporten of anderszins bewegen. Fantastisch! Ik werd goed geïnformeerd over waar men zich binnen de muren van het sportcentrum aan diende te houden en hoe men zich online kon inschrijven voor de diverse activiteiten. Gelukkig kon sporten in coronatijd weer doorgang vinden. Helaas was het blijkbaar toch nog een keer nodig om per e-mail mensen er op te wijzen zich aan de regels te houden en zich respectvol op te stellen richting het personeel. Eigenlijk is het te gek voor woorden dat zo’n mail blijkbaar nodig was. Ook hier was blijkbaar een enkeling zich niet bewust van wat solidariteit betekent.
De horeca heeft het in deze tijd niet makkelijk. Als sluiting dreigt, kun je dat gerust rampzalig noemen. Maar wat mij in Brielle is opgevallen, is dat de verschillende horecaondernemers niet bij de pakken neer zijn gaan zitten. Als voorbeeld noem ik de eigenaar van eetcafé ’t Kont van het Paard. Al ruim twaalf jaar ben ik daar gedurende iedere herfst en winter op elke tweede zondag van de maand ‘kind aan huis’ in mijn rol als geluidstechnicus van Folkclub Brielle (www.folkclubbrielle.nl) en ken hem dus al geruime tijd. Deze ondernemer heeft zijn paard niet achter de wagen gespannen, maar een koe bij de horens gevat en is op creatieve wijze als ‘schoenmaker bij zijn leest gebleven’. Gaandeweg is mij duidelijk geworden dat meer Brielse horecaondernemers de handen ineen hebben geslagen, door o.a. volop de sociale media te gebruiken om zo deze crisis op aangepaste wijze het hoofd te bieden. Restaurant gesloten, maar wel afhaalmogelijkheden zonder kwaliteit in te boeten. Hulde! Zoiets verdient steun vanuit de bevolking. Want ook de aanwezige horeca is medebepalend voor het karakter van een plaats als Brielle.
Een organisatie, waar ik mij mee verbonden voel, is de Stichting Kunst & Cultuur Brielle, die wordt aangestuurd en gedragen door een zeer enthousiaste groep van veelal jonge mensen. Onderdeel van die stichting is o.a. BREStheater, waar ik als vrijwilliger theatertechniek mijn steentje aan mag bijdragen. Nog voordat de deur weer open mocht, is er veel werk verzet om dit theater ‘coronaproof’ te maken. Hetgeen gelukt is. Op het moment dat ik gevraagd werd te participeren bij bepaalde voorbereidingen, was een ‘ja’ voor mij vanzelfsprekend. Het mogen en kunnen meedraaien in een team, dat onder de gegeven omstandigheden een realistische kijk blijft houden en vanuit een zekere gedrevenheid (cultuur is BELANGRIJK!) de spirit er in houdt, geeft mij de energie die ik nodig heb in deze tijd.
Vanaf het moment dat ik weer betrokken ben bij de voorstellingen, worden die momenten telkens weer als een ‘extra feestje’ ervaren. Zeker als ik zie/hoor dat ook de bezoekers van het theater plezier beleven aan hun uitje en moment van ontspanning.
Waarom kan ik mijn geluk niet op en waar put ik hoop uit?
Ik kan mijn geluk niet op, omdat ik in de gelegenheid ben dingen te doen, weliswaar op bescheiden schaal, waar ik blij van word. Ik voel mij niet beknot. De tip, die ik iedere lezer van dit stuk wil meegeven is: Als je je beknot voelt, ga dan op zoek naar iets waarbij je in deze coronatijd iets voor een ander kan betekenen. Kijk eens op: https://fijnjetezien.nl/
Bij mijn activiteiten kom ik veel jonge mensen tegen, die niet bij de pakken neer zijn gaan zitten. Die binnen de gegeven omstandigheden er het beste van proberen te maken. Daar put ik mijn hoop uit!
door Jan Posma